District Starnberg: de koopkracht steeg in 2024 met 5 procent - toppositie in Duitsland!
Volgens een rapport van www.sueddeutsche.de zullen mensen in de wijk Starnberg in 2024 ook het meeste geld beschikbaar hebben in Duitsland voor huisvesting, consumptie, vrije tijd en sparen. Volgens de laatste studie van het marktonderzoeksinstituut GfK bedraagt de gemiddelde koopkracht van de wijkbewoners 38.702 euro per hoofd van de bevolking, 39 procent meer dan het nationale gemiddelde. Starnberg stond vorig jaar al bovenaan dit onderzoek met 36.866 euro. Deze stijging van vijf procent binnen een jaar ligt bovendien ruim boven de gemiddelde stijging van het beschikbare inkomen in Duitsland. Gfk berekent dit op 2,8 procent: Met 27.848 euro blijft de landelijke koopkracht in 2024 ongeveer even sterk...

District Starnberg: de koopkracht steeg in 2024 met 5 procent - toppositie in Duitsland!
Volgens een rapport van www.sueddeutsche.de,
In 2024 zullen de mensen in de wijk Starnberg nog steeds het meeste geld in Duitsland hebben voor huisvesting, consumptie, vrije tijd en sparen. Volgens het laatste onderzoek van marktonderzoeksinstituut GfK bedraagt de gemiddelde koopkracht van wijkbewoners 38.702 euro per hoofd van de bevolking, 39 procent meer dan het landelijk gemiddelde. Starnberg stond vorig jaar al bovenaan dit onderzoek met 36.866 euro.
Deze stijging van vijf procent binnen een jaar ligt bovendien ruim boven de gemiddelde stijging van het beschikbare inkomen in Duitsland. Gfk berekent dit op 2,8 procent: met 27.848 euro zal de landelijke koopkracht in 2024 ongeveer even sterk blijven als het jaar ervoor – op voorwaarde dat de inflatie ook op hetzelfde niveau ligt als de Bundesbank met 2,7 procent voorspelt. Bij een vergelijking van de deelstaten loopt Beieren voorop met 30.130 euro per hoofd van de bevolking, de nieuwe bodem is Bremen, waar een consument gemiddeld slechts 24.702 euro heeft.
Gezien deze cijfers is het duidelijk dat de wijk Starnberg nog steeds een sterke koopkrachtpositie heeft. Dit kan een positieve impact hebben op de regionale detailhandels- en dienstensectoren, omdat mensen meer geld te besteden en te investeren hebben. Het zou ook kunnen leiden tot stijgende vastgoedprijzen in de regio, omdat de vraag naar luxe woningen en luxegoederen zou kunnen toenemen.
Beieren moet als deelstaat met de hoogste koopkracht aantrekkelijk blijven voor investeerders en bedrijven die willen profiteren van de hogere koopkracht. Aan de andere kant kan Bremen, als deelstaat met de laagste koopkracht, een lastige vestigingsplaats zijn voor bedrijven die afhankelijk zijn van koopkrachtklanten.
Over het geheel genomen kan worden gezegd dat regionale verschillen in koopkracht een impact kunnen hebben op de economische activiteit en marktkansen in zowel Beieren als Bremen. Het is belangrijk om met deze factoren rekening te houden bij het nemen van economische beslissingen.
Lees het bronartikel op www.sueddeutsche.de