Pensioenvoeding in 2025: Een kwart leeft van minder dan 1.500 euro!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

Ruim 4 miljoen gepensioneerden moeten rondkomen van minder dan 1.500 euro per maand. Deskundigen roepen op tot politieke maatregelen om voor de oude dag te zorgen.

Pensioenvoeding in 2025: Een kwart leeft van minder dan 1.500 euro!

Bijna een kwart van alle gepensioneerden in Duitsland leeft van minder dan 1.500 euro per maand. Volgens een evaluatie van het Federaal Bureau voor de Statistiek, uitgevoerd in opdracht van de Sahra Wagenknecht Alliantie, zijn er 4,4 miljoen gepensioneerden die getroffen worden door dit lage inkomen, wat overeenkomt met een percentage van 23,8 procent. De gegevens illustreren de precaire levensomstandigheden van veel ouderen in de Bondsrepubliek, die steeds belangrijker worden in de publieke discussie.

Tegelijkertijd blijkt uit de analyse dat ruim de helft van de gepensioneerden – namelijk 9,5 miljoen mensen oftewel 51,8 procent – ​​ruim 2.000 euro per maand beschikbaar heeft. Dit duidt op een duidelijke inkomenskloof binnen de generatie van gepensioneerden. Een terugblik op voorgaande jaren laat een zorgwekkende toename zien van het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft. In 2024 leefden 1,35 miljoen gepensioneerden van minder dan 1.100 euro, terwijl in 2022 nog 1,79 miljoen getroffen werden door dit bedrag.

Armoedegrens en politieke reacties

Het merendeel van de wettelijke pensioenen in Duitsland ligt onder de armoedegrens van 1.250 euro per maand. Uit de gegevens blijkt dat 10,1 miljoen Duitsers minder dan 1.100 euro ontvangen van hun wettelijke pensioen. 12,4 miljoen gepensioneerden, wat overeenkomt met 66,6 procent, ontvangen minder dan 1.300 euro per maand, terwijl 15,1 miljoen gepensioneerden minder dan 1.600 euro ontvangen, wat neerkomt op 81,1 procent van alle gepensioneerden. Deze zorgwekkende cijfers hebben de Sahra Wagenknecht-alliantie ertoe gebracht op te roepen tot politieke interventie om de levensomstandigheden van gepensioneerden te verbeteren.

Het nieuwe pensioenpakket II, dat werd aangekondigd door de federale minister van Arbeid Hubertus Heil (SPD) en de minister van Financiën Christian Lindner (FDP), ligt al onder vuur. Terwijl de stoplichtcoalitie probeert de pensioenniveaus te stabiliseren en kapitaalmarktinkomsten te gebruiken voor financiering, zeggen de Groenen dat het pakket niet de nodige verlichting biedt.

Oudere generatie en welvaartsverdeling

Een drastische tegenspraak met de veronderstelling van toenemende armoede op oudere leeftijd komt van professor Bernd Raffelhüschen van de Universiteit van Freiburg. Hij wees erop dat oudere mensen in Duitsland de hoogste welvaart hebben vergeleken met andere leeftijdsgroepen. Dit plaatst de gedeelde perceptie van de realiteit van het leven van gepensioneerden in een nieuwe context en laat zien dat de financiële situatie van senioren op een meer gedifferentieerde manier moet worden bekeken.

Sahra Wagenknecht omschreef de huidige situatie zelf als een “demonstratie van armoede voor ons land”. De groeiende kloof tussen de inkomensniveaus wijst op de noodzaak van alomvattende hervormingen. De Traffic Light-coalitie verkeert daarom in een toenemend conflict over pensioenen, wat een aanzienlijke uitdaging vormt voor de politieke agenda van het land.

Het probleem wordt ook verergerd door de huidige economische situatie, die veel burgers ervan weerhoudt voorzieningen voor de oude dag te treffen. Uit een onderzoek van Axa blijkt dat 32 procent van de Duitsers sinds de oorlog in Oekraïne minder heeft gespaard. Van de 18- tot 24-jarigen treft 47 procent particuliere voorzieningen voor hun oude dag, terwijl 63 procent van de 25- tot 34-jarigen hetzelfde doet. Maar ondanks schijnbaar positieve benaderingen wil 59 procent meer sparen, maar kan dit zich vaak niet veroorloven.

Met de federale verkiezingen van 2025 zal er een referendum over het pensioenstelsel plaatsvinden, wat mogelijk een nieuwe impuls zou kunnen geven aan de discussie over pensioenvoorziening en sociale zekerheid. Uit deze gedetailleerde discussie blijkt dat de bevolking er groot belang bij heeft de koers uit te zetten voor een betere pensioenvoorziening en actief betrokken te worden bij de inrichting van het pensioenstelsel.