Pensioenstelsel onder druk: hogere pensioenpremies nodig

Pensioenstelsel onder druk: hogere pensioenpremies nodig

De vergrijzing van de bevolking in Duitsland zet het pensioenstelsel steeds meer onder druk. De stoplichtcoalitie plant maatregelen om de pensioenen te stabiliseren met het pensioenpakket II. Als gevolg van de naderende pensionering van de babyboomgeneratie zullen steeds minder werknemers het toenemende aandeel gepensioneerden de komende jaren moeten financieren, waardoor de financiële lasten voor het pensioenstelsel zullen toenemen.

Volgens de plannen van het pensioenpakket moet de pensioenpremie stijgen van de huidige 18,6 procent naar 22,3 procent in 2045, wat overeenkomt met een stijging van een vijfde. Deze stap moet ervoor zorgen dat het pensioenniveau op 48 procent blijft. Daarnaast is het kabinet van plan om medio 2030 minimaal 200 miljard euro op de kapitaalmarkt te investeren ter ondersteuning van het pensioenfonds.

Een andere geplande maatregel is de introductie van zogenaamd generatiekapitaal, ook wel aandelenpensioen genoemd. Dit fonds is bedoeld om de lasten voor de werkende bevolking te verlichten door jaarlijks tien miljard euro uit een totaal vermogen van zo’n 200 miljard euro te gebruiken om de pensioenpremies tot 2045 te stabiliseren. Dit is bedoeld om toekomstige premiebetalers te ondersteunen en de premie op 22,3 procent te houden in plaats van te verhogen naar 22,7 procent. De geplande verlaging van circa 0,4 procentpunt per jaar is bedoeld voor zowel werknemers als bedrijven.

Werkgeversvoorzitter Rainer Dulger uitte echter zijn zorgen over de pensioenregelingen en waarschuwde dat de staat en de samenleving overweldigd zouden worden. Hij omschreef Pensioenpakket II als de “duurste sociale wet van de eeuw” en riep op tot stopzetting van de plannen. Dulger vond het oneerlijk en onrechtvaardig om de komende twintig jaar nog eens 500 miljard euro extra aan pensioenen uit te geven, vooral gezien de dreigende snelle vergrijzing van de bevolking in Duitsland.