VS versus Zwitserland: wie zal de belastingoorlog over de minimumbelasting winnen?

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

De VS roepen op tot het naast elkaar bestaan ​​van belastingstelsels wereldwijd, terwijl de OESO en Zwitserland met juridische uitdagingen worden geconfronteerd.

VS versus Zwitserland: wie zal de belastingoorlog over de minimumbelasting winnen?

De huidige ontwikkelingen op het gebied van het belastingbeleid in de VS en Europa veroorzaken onzekerheid op internationaal niveau. De regering-Trump richt zich momenteel meer op tarieven en minder op belastingbeleid. President Trump kondigde op de dag dat hij aantrad aan dat hij alle eerdere toezeggingen met betrekking tot de minimumbelasting van de OESO zou intrekken. Dit roept vragen op over de toekomstige vennootschapsbelasting, vooral met betrekking tot Amerikaanse bedrijven, die mogelijk oneerlijk worden belast.

De VS roepen op tot sancties tegen staten die naar hun mening Amerikaanse bedrijven oneerlijk belasten. Belastingen die als oneerlijk worden beschouwd, zijn onder meer de secundaire internationale aanvullende belasting (UTPR) en belastingen op digitale diensten (DST's). Interessant is dat Zwitserland de minimumbelasting al sinds 2024 heeft ingevoerd, maar de UTPR niet heeft toegepast en de zomertijd niet heeft geïmplementeerd. Dit zou Zwitserland in een moeilijke positie kunnen brengen, omdat het land afhankelijk is van zowel de erkenning van zijn belastingstelsel als gelijkwaardig aan de minimumbelasting van de OESO, als van de zorgen over eerlijke belastingheffing.

Amerikaanse eisen en internationale reacties

De VS beweren dat zij van mening zijn dat hun minimumbelastingen net zo effectief zijn als die van de OESO. Het land eist een duidelijke regeling voor het naast elkaar bestaan ​​van belastingstelsels, die tegen het einde van het jaar verankerd moet zijn in de minimumbelasting. Een ‘Amerikaanse veilige haven’ zou de druk op andere landen om hun belastingregels aan te passen kunnen helpen verminderen.

Deze eisen vormen een uitdaging voor de 55 landen die momenteel de minimumbelasting van de OESO invoeren. Er rijzen juridische onzekerheden en vragen met betrekking tot de internationale belastingheffing van Amerikaanse bedrijven. Deze kunnen onder bepaalde voorwaarden ook onderworpen zijn aan internationale belastingverplichtingen. Hoewel de binnenlandse aanvullende belasting geen prioriteit is voor de VS, wordt er wel een Amerikaanse minimumbelasting toegepast op Amerikaanse bedrijven, wat het internationale belastinglandschap nog ingewikkelder maakt.

De situatie in Europa

In Europa nemen de EU-lidstaten een afwachtende houding aan, terwijl er achter de schermen discussies plaatsvinden. EU-staten staan ​​onder druk omdat velen van hen de UTPR al in hun nationale wetgeving hebben vastgelegd. Verschillende landen, waaronder Frankrijk met een zomertijd van 3% en Italië met een zomertijd van 3% op digitale producten, hebben bijvoorbeeld al maatregelen geïmplementeerd, terwijl andere landen, zoals België en Tsjechië, ook werken aan de invoering van zomertijd.

  • Österreich: DST von 5%, implementiert am 1. Januar 2020.
  • Frankreich: DST von 3% und 1,20%, retroaktiv seit dem 1. Januar 2019.
  • Italien: DST von 3%, implementiert am 1. Januar 2020.
  • Schweiz: DST von 4% auf Bruttoeinnahmen, seit dem 1. Januar 2024.

De zorgen dat bedrijven uit de EU bijzonder zwaar getroffen zouden kunnen worden door de nieuwe Amerikaanse strafmaatregelen zijn alomtegenwoordig. Het Amerikaanse Congres werkt ook aan een nieuwe belastinghervorming, die ook belastingmaatregelen zou kunnen omvatten. Zwitserland staat voor de taak om in de lopende OESO-besprekingen te zorgen voor juridisch veilige oplossingen om de onzekerheden tot een minimum te beperken.

Over het geheel genomen duidt de huidige situatie erop dat belastingbeleidsmaatregelen internationaal controversieel zullen blijven. De kwestie van het naast elkaar bestaan ​​van verschillende belastingstelsels zou verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor bedrijven en staten.