Analyse: Meer dan een miljoen ontbrekende onroerendgoedbelastingaangiften in Duitsland

Analyse: Meer dan een miljoen ontbrekende onroerendgoedbelastingaangiften in Duitsland

Volgens een rapport van www.tagesspiegel.de ontbreken er in Duitsland nog steeds ruim een ​​miljoen aangiften onroerendgoedbelasting. De meeste deelstaten hebben de indieningstermijn al verlengd omdat de vereiste aangiften niet op tijd waren ontvangen. In Nedersaksen en Baden-Württemberg ontbreken ongeveer 250.000 aangiften, in Brandenburg ongeveer 150.000 en in Beieren slechts 300.000 van de 6,5 miljoen vereiste aangiften. Noordrijn-Westfalen meldt echter dat ongeveer 94 procent van de aangiften al door de belastingkantoren is ontvangen. Niettemin zijn in sommige deelstaten enkele miljoenen herinneringsbrieven naar in gebreke gebleven eigenaren gestuurd.

De invoering van de nieuwe OZB-berekening vanaf 2025 is al begonnen, al zijn nog niet alle aangiften binnen. Volgens het federale ministerie van Financiën moeten ongeveer 36 miljoen eigendommen in Duitsland worden geherwaardeerd, wat een enorme logistieke uitdaging betekent. Toch zijn er al miljoenen nieuwe OZB-aanslagen door de Belastingdienst verzonden. Het werkelijke bedrag aan onroerende voorheffing is echter afhankelijk van de aanslagtarieven die door de steden en gemeenten worden vastgesteld.

Deze vertragingen bij de aangifte van de onroerendgoedbelasting kunnen gevolgen hebben voor de vastgoedmarkt. Met name de onzekerheid over het toekomstige niveau van de onroerendgoedbelasting zou een impact kunnen hebben op de planning van vastgoedeigenaren en investeerders en de vastgoedprijzen kunnen beïnvloeden. Daarnaast kunnen gemeenten die afhankelijk zijn van de OZB met financiële tekorten te maken krijgen als de nieuwe berekeningen niet op tijd klaar zijn.

De hervorming van de onroerendgoedbelasting zou echter ook positieve effecten kunnen hebben, vooral in Berlijn, waar het aanslagpercentage zou kunnen worden verlaagd. Een verlaging van het aanslagpercentage zou kunnen leiden tot lagere belastingen voor eigenaren en daarmee de aantrekkelijkheid van het bezitten van onroerend goed in de hoofdstad vergroten.

Over het geheel genomen valt nog te bezien welke gevolgen de vertragingen bij de aangifte van de onroerendgoedbelasting en de introductie van de nieuwe berekening zullen hebben op de vastgoedmarkt in Duitsland. Het is echter duidelijk dat de tijdige opheldering van deze kwesties van cruciaal belang is om de stabiliteit van de vastgoedmarkt en de financiële situatie van gemeenten te waarborgen.