Remmo-clan voor de rechter: geconfisqueerde eigendommen onder de loep

Remmo-clan voor de rechter: geconfisqueerde eigendommen onder de loep

Er loopt een proces in de zaak waarbij vijf in beslag genomen eigendommen betrokken zijn die aan de Remmo-clan worden toegeschreven. De getroffenen, Karim R. (40) en Abdulrahim M. (72), worden in dit proces genoemd. Terwijl Karim R. opgroeide in Berlijn en drie appartementen kocht, zou Abdulrahim M. in Libanon wonen en naar verluidt twee eigendommen “in trust” voor Karim R. hebben gekocht.

Het Openbaar Ministerie legt uit dat het geld voor de aankoop van de eigendommen afkomstig was uit het onroerend goed van de familie in Libanon. Hoewel de advocaten van de getroffenen zonder hun cliënten verschijnen, lopen er twee verzoeken van het Openbaar Ministerie in de onafhankelijke ontnemingsprocedure. Het Openbaar Ministerie eist dat de vijf in beslag genomen voorwerpen, die tussen 2013 en 2019 zijn verworven, eindelijk staatseigendom worden.

Een advocaat van Karim R. benadrukt dat zijn cliënt geen illegaal geld heeft overgemaakt. Hij erfde en het geld kwam uit het onroerend goed van de familie in Libanon. Niettemin hebben sommige leden van de uitgebreide Duits-Arabische familie in het verleden negatieve krantenkoppen gehaald, waaronder diefstallen en berovingen.

Volgens zijn advocaat distantieert Karim R. zich van de misdaden van andere familieleden en benadrukt hij dat hij niet voor zijn afkomst heeft gekozen. Hij is directeur van een Real Estate GmbH en betaalt belastingen. De advocaat verwijt de officier van justitie dat de procedure politiek gemotiveerd is. In een soortgelijke zaak werd de inbeslagname van diverse eigendommen van de neef van Karim R. afgewezen, omdat niet bewezen kon worden dat deze gefinancierd waren met geld uit misdaden. Het Openbaar Ministerie heeft tegen deze beslissing beroep aangetekend en de huidige zaak zal volgende maandag worden voortgezet.