Federale begroting 2025: investeringsaanjager of dreigende knelpunten?

Federale begroting 2025: investeringsaanjager of dreigende knelpunten?

De federale regering heeft vandaag de federale begroting 2025 gepresenteerd, die voorziet in een aanzienlijke stijging van de investeringen. Minister van Financiën Lars Klingbeil legde uit dat dit nodig was om de potentiële groei van de economie, die de afgelopen jaren aanhoudende zwakte heeft getoond, te vergroten. Volgens de analyse van Dr. Florian Schuster-Johnson en Philippa Sigl-Glöckner plannen ze voor het lopende jaar een investeringsvolume van 116 miljard euro en defensie-uitgaven van 62 miljard euro. Dit maakt deel uit van een alomvattend begrotingspakket dat hogere uitgaven aan defensie, infrastructuur en klimaatbescherming mogelijk maakt. Deze maatregelen zijn dringend nodig omdat vanaf 2027 de uitgaven op gebieden waarvoor geen speciale regels gelden, naar verwachting zullen dalen, wat wordt bepaald door het begrotingskader. De begroting 2025 laat dus een duidelijke richting zien in de richting van meer investeringen, al voorziet de planning tot 2029 ook gaten van 22 miljard euro in 2027, 56 miljard euro in 2028 en 66 miljard euro in 2029.

De federale regering heeft ook benadrukt dat de rentelasten vanaf 2025 met ongeveer 5 miljard euro kunnen dalen. Niettemin wordt een stijging van de rentelasten verwacht als gevolg van de toegenomen staatsschuld. De manoeuvreermassa in het huishouden bedraagt ​​momenteel ongeveer 24 procent, met de mogelijkheid om tegen 2035 te dalen tot minder dan 5 procent. Tegelijkertijd wordt een toenemende behoefte aan sociale overdrachten, zoals subsidies voor de elektriciteitsprijs, voorspeld.

Noodzaak van hervormingen en strategieën

Gezien het bestedingsplan dat de voorkeur had, benadrukte de analyse de noodzaak van fundamentele begrotingshervormingen. Deze hervorming moet gericht zijn op economische groei om de behoefte aan subsidies te verminderen en de rentekosten te dekken. Eén voorstel roept op tot de oprichting van een “Commissie voor Groei en Duurzame Overheidsfinanciën”, waarbij belangrijke ministeries zoals het Ministerie van Financiën, het Ministerie van Arbeid en het Ministerie van Economische Zaken betrokken zouden worden.

Om de structuren van de Duitse economie te versterken zijn alomvattende structurele hervormingen noodzakelijk. Deze omvatten onder meer kortere goedkeuringsprocedures en toegang tot beter geschoolde werknemers. Een verlaging van de energieprijzen, gekoppeld aan een vermindering van de bureaucratie, zou ook kunnen bijdragen aan de versterking van Duitsland als vestigingsplaats voor bedrijven. Een onmiddellijk investeringsprogramma met gerichte investeringsstimulansen is bedoeld om de modernisering van het land te ondersteunen. De geplande maatregelen omvatten een afschrijvingsverhoging van 30 procent per jaar voor investeringen in apparatuur en een geleidelijke verlaging van de vennootschapsbelasting met één procent per jaar, vanaf 2028, tot 10 procent.

Het kabinet wil de totale belastingdruk voor bedrijven vanaf 2032 verlagen tot iets minder dan 25 procent, wat de plannings- en investeringszekerheid voor bedrijven moet vergroten. Dit is vooral belangrijk om de zekerheid van goedbetaalde banen in Duitsland te garanderen.