Drie hindernissen voor de transporttransitie: Spoorvervoer heeft oplossingen nodig!

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

De Bondsdag versoepelt de schuldenrem voor 2025 voor investeringen in spoorweginfrastructuur. Drie hindernissen vertragen het effectieve gebruik van fondsen.

Drie hindernissen voor de transporttransitie: Spoorvervoer heeft oplossingen nodig!

Op 28 mei 2025 presenteerde de Bondsdag aanzienlijke wijzigingen in de schuldenrem die bedoeld zijn om nieuwe fiscale speelruimte voor Duitsland te creëren. Deze versoepeling opent de mogelijkheid voor extra investeringen, vooral op het gebied van infrastructuur. Niettemin blijft de naleving van de Europese eisen een belangrijke uitdaging, aangezien de uitgaven van de federale overheid worden beperkt door strikte regels. Deze regelgeving is bijzonder problematisch gebleken voor het spoorvervoer dezeratzukunft.org gemeld.

Het begrotingspakket heeft positieve reacties opgeleverd, omdat het mogelijkheden biedt voor omvangrijke investeringen in het spoorvervoer. Niettemin is het Duitse financiële beleid gebonden aan zowel de nationale wettelijke grenzen als de vereisten van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Vóór de wijzigingen in de schuldenrem, die in maart 2025 werden doorgevoerd, kende Duitsland een strikte regelgeving die federale leningen beperkte tot kapitaaluitgaven. Er bestaan ​​nu echter zorgen dat deze versoepeling zou kunnen leiden tot conflicten met de EU-richtlijnen, vergelijkbaar met wat er gebeurde aan het begin van de monetaire unie, toen Duitsland de tekortcriteria van het SGP schond.

Hindernissen voor het spoorvervoer

Een centraal probleem zijn de drie hindernissen die een effectief gebruik van de fondsen in de weg staan. Ten eerste staat hetSnelheid van uitgevenscherpgesteld. De EU-regels vereisen snelle uitgaven om de schuldquote tegen begin 2030 terug te dringen. In de tweede plaats kampen de projecten met knelpuntenmaterialen en personeel, vooral op digitaal gebied, dat essentieel is voor de uitbreiding van de infrastructuur. Ten derde is deControle- en financieringsarchitectuurontoereikend, wat de effectieve planning en uitvoering van projecten verder bemoeilijkt.

Bovendien wordt aanbevolen om het bestedingstempo op de lange termijn te plannen om prijsdruk op de markten te voorkomen. Uit gegevens blijkt dat de schuldquote in Duitsland tot 2024 is gedaald. Er wordt nu echter een stijging voorspeld van 62,5% in 2024 naar ongeveer 63% in 2025. Om tegen 2028 aan de EU-vereisten te voldoen, zouden jaarlijkse consolidaties van ongeveer 25 miljard euro nodig zijn.

Financiering en bestuur

De complexiteit van de financiering van het spoor is een extra uitdaging. De grondstoffen komen uit verschillende bronnen, wat transparantie en traceerbaarheid lastig maakt. Vanuit het standpunt van de deskundigen zou een permanent spoorweginfrastructuurfonds, gebaseerd op het Zwitserse model, kunnen helpen betrouwbare financiering te garanderen en de duurzame vernieuwing van de spoorweginfrastructuur te ondersteunen.

De mogelijkheid om leningen voor defensie-uitgaven van meer dan 1% van het bbp niet mee te tellen bij de schuldenrem verergert het probleem nog verder. Hoewel deze vereenvoudigingen de mogelijkheden voor actie vergroten, blijft de implementatie ervan twijfelachtig vanwege de ontoereikende aanbevelingen van de Stabiliteitsraad met betrekking tot de naleving van de Europese eisen. Een heroverweging van het institutionele ontwerp van begrotingsmonitoring lijkt noodzakelijk, zodat de nieuw gecreëerde kredietflexibiliteit ook kan worden gebruikt in overeenstemming met de EU-vereisten.

Over het geheel genomen blijft het Duitse financiële beleid voor grote uitdagingen staan. Hoewel het verlichten van de schuldenrem nieuwe mogelijkheden voor actie zou kunnen openen, is naleving van de Europese regels van cruciaal belang om duurzame vooruitgang in het spoorvervoer en de algemene ontwikkeling van de infrastructuur te garanderen. Hoe wirtschaftsdienst.eu merkt op dat een grondige herziening van het begrotingstoezicht nodig is om conflicten en inefficiënt gebruik van middelen te voorkomen.