Groen geld stroomt: waar het klimaat en het kapitalisme elkaar ontmoeten!

Groen geld stroomt: waar het klimaat en het kapitalisme elkaar ontmoeten!

In 2024 bedroegen de investeringen van banken en vermogensbeheerders in toonaangevende oliemaatschappijen in totaal ruim $33 miljard. Deze bedrijven zijn verantwoordelijk voor een alarmerende 18% van de jaarlijkse mondiale uitstoot van broeikasgassen. Ondanks de toenemende druk om de klimaatverandering te bestrijden, vloeien deze fondsen via fondsen die als “groen” op de markt worden gebracht, aangeboden door grote financiële instellingen zoals JP Morgan, DWS/Deutsche Bank en BlackRock. Dit toont aan dat er een grote discrepantie bestaat tussen de publiekelijk uitgesproken inzet voor klimaatdoelstellingen en daadwerkelijke investeringen in koolstofintensieve industrieën, aldus het rapport. Voxeurop onthuld.

In het klimaatakkoord van Parijs wordt het doel gesteld om de financiële stromen op één lijn te brengen met een ontwikkeling met lage emissies. Niettemin steunen veel vermogensbeheerders de overeenkomst publiekelijk, maar blijven ze zwaar investeren in de fossiele brandstoffenindustrie. Met name op de financiële markt van de EU moeten financiële instellingen voldoen aan de EU Sustainability-Related Disclosure Regulation (SFDR), die uitgebreide transparantievereisten oplegt. De artikelen 8 en 9 van deze verordening hebben betrekking op de bevordering van ecologische en sociale kenmerken en duurzame investeringen, zoals BaFin beschrijft.

Financiële impact en het greenwashing-probleem

Ondanks bestaand beleid zijn Amerikaanse en Britse financiële instellingen verantwoordelijk voor 46% van de totale investeringen in fossiele brandstoffen, wat overeenkomt met 9,1 miljard dollar en 6,6 miljard dollar. Van bijzonder belang is dat de tien grootste financiële instellingen die aandelen in fossielebrandstofbedrijven bezitten gezamenlijk 12,6 miljard dollar beheren. Deze bedrijven zijn verantwoordelijk voor 80% van de CO2-uitstoot van de beursgenoteerde fossiele brandstoffenindustrie.

Nieuwe richtlijnen van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) over greenwashing verbieden fondsen die aanzienlijke investeringen doen in fossiele brandstoffen zichzelf als ‘groen’ of ‘duurzaam’ te bestempelen. De deadline voor het toepassen van deze nieuwe richtlijnen is 21 mei 2025, waarbij sommige vermogensbeheerders de naam van fondsen al hebben gewijzigd om aan de vereisten te voldoen.

Transparantie en investeringspatronen onder de SFDR

Volgens de eisen van de SFDR moeten financiëlemarktdeelnemers verschillende aspecten openbaar maken. In het bijzonder regelt artikel 4 de PAI-verklaring, waarin wordt beschreven of en hoe rekening wordt gehouden met negatieve effecten van beleggingen op duurzaamheidsfactoren. Als deze factoren in het besluitvormingsproces in aanmerking worden genomen, is openbaarmaking van de CO2-voetafdruk vereist. Indien dit niet het geval is, moeten de instellingen dit motiveren, in overeenstemming met het ‘pas toe of leg uit’-principe. Aanvullende artikelen gaan onder meer over het meenemen van duurzaamheidsrisico’s en de specifieke eisen voor het openbaar maken van ecologische en sociale kenmerken.

BaFin houdt toezicht op de naleving van deze verplichtingen op de financiële markt en heeft al passende oplossingen aangedragen voor bestaande problemen. Analisten twijfelen aan de invloed die investeerders kunnen hebben op de klimaatdoelstellingen van bedrijven, terwijl veel olie- en gasbedrijven nog steeds geen bedrijfsplannen presenteren die in lijn zijn met de internationale klimaatdoelstellingen.

In deze complexe situatie blijft begeleiding van het publiek met betrekking tot de feitelijke en aangekondigde beleggingsstrategieën van vermogensbeheerders van cruciaal belang. Er zal meer druk nodig zijn op bedrijven om echte veranderingen in de richting van duurzame financieringsstrategieën te bewerkstelligen.