Klimaatbescherming als groeimotor: kansen voor de economie en het milieu!
OESO en UNDP bespreken in Berlijn de economische levensvatbaarheid van klimaatbescherming en het groeipotentieel ervan.
Klimaatbescherming als groeimotor: kansen voor de economie en het milieu!
Op een recente conferentie in Berlijn presenteerden de OESO en UNDP een nieuw rapport dat de economische levensvatbaarheid van klimaatactie benadrukt. Volgens de bevindingen van het onderzoek wordt benadrukt dat een ambitieus klimaatbeleid niet alleen de vermindering van de CO₂-uitstoot bevordert, maar ook fungeert als motor voor economische groei. De klimaat- en energiebeleidsdoelstellingen moeten worden gezien als kansen voor duurzame ontwikkeling, vooral gezien het feit dat de mondiale klimaatdoelstellingen niet aan de verwachtingen voldoen en de CO₂-uitstoot blijft stijgen. In 2024 werd een nieuw hoogtepunt in de CO₂-uitstoot genoteerd, wat de urgentie van een effectief klimaatbeleid illustreert.
Voor 2025 zijn de ondertekenende staten van het Klimaatakkoord van Parijs verplicht nieuwe klimaatplannen (NDC’s) in te dienen. Tot nu toe hebben slechts 22 van de 197 staten deze nieuwe plannen ingediend. Het rapport suggereert dat ambitieuzere NDC's het mondiale bbp tussen 2022 en 2040 met ongeveer 60% zouden kunnen verhogen. Op de lange termijn wordt voorspeld dat het bbp tegen 2050 met 3% zal stijgen en tegen het einde van de eeuw zelfs met 13%. Daarentegen zou aarzeling over het klimaatbeleid het mondiale bbp tegen 2030 met 0,75% kunnen drukken, terwijl extreme weersomstandigheden in Europa tegen 2050 een jaarlijkse daling van 2,3% zouden kunnen veroorzaken.
Klimaatverandering en economische uitdagingen
De rapporten waarschuwen voor de economische schade die wordt bedreigd door zogenaamde klimaatomslagpunten, zoals het smelten van ijskappen. Deze ontwikkelingen moeten serieus worden genomen om toekomstige schade te voorkomen. De secretaris-generaal van de OESO benadrukt dat groei- en klimaatdoelstellingen verenigbaar zijn. Om de aanbevelingen voor de NDC-cyclus van 2025 ten uitvoer te leggen, zijn echter een sterk politiek engagement, een betere coördinatie van de klimaat- en ontwikkelingsdoelstellingen en de betrokkenheid van de particuliere sector vereist.
De urgentie van maatregelen om de klimaatverandering tegen te gaan is ook zeer relevant in het Europese klimaatbeschermingsbeleid. Volgens de huidige rapporten van het Federaal Milieuagentschap (UBA) wil de EU de gevolgen van de klimaatverandering verminderen en de aanpassing daaraan bevorderen. Internationaal klimaatbeschermingsbeleid zoals het VN-Raamverdrag inzake klimaatverandering of het Kyoto-protocol zijn cruciaal voor de Europese inspanningen en strategische beslissingen.
Hernieuwbare energie en toekomstige doelstellingen
Voor 2020 bedroeg de uitstoot van broeikasgassen in de EU ongeveer 3 miljoen kiloton CO₂-equivalenten. De energiesector is verantwoordelijk voor 26%, transport 22%, industrie 22%, gebouwen 13% en landbouw 12% van de uitstoot. In 2020 overtrof de EU haar klimaatdoelstellingen, waarin werd opgeroepen tot een reductie van de broeikasgassen met 20% ten opzichte van 1990. Dit werd voornamelijk mogelijk gemaakt door de effecten van de Corona-pandemie, en de doelstellingen om het aandeel hernieuwbare energie te vergroten tot 20% en de energie-efficiëntie met 20% te verhogen, werden ook bereikt.
Met haar langetermijnstrategie “A Clean Planet for All”, gepubliceerd op 18 november 2018, streeft de EU ernaar om in 2050 een netto nuluitstoot van broeikasgassen te bereiken. De strategie is een centrale pijler van het programma van Ursula von der Leyen en de Europese Green Deal, die in december 2019 werd aangenomen. Nationale energie- en klimaatbeschermingsplannen (NECP’s) van de lidstaten zijn verplicht voor de implementatie van deze doelstellingen. In juli 2021 werd de EU-klimaatwet aangenomen, die de wettelijke basis legt voor broeikasgasneutraliteit in 2050.
Samenvattend is klimaatbescherming niet alleen van cruciaal belang voor het milieu, maar ook voor de economie. Het blijft van cruciaal belang dat alle staten hun steentje bijdragen aan het implementeren van effectief klimaatbeleid om zowel economische als ecologische doelstellingen te bereiken. Herhaalde en toegewijde politieke actie is essentieel om een duurzame toekomst te garanderen.