Abu Walaa: Strijd tegen deportatie en de angst voor de doodstraf

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

Abu Walaa, voormalig IS-leider, strijdt tegen deportatie naar Irak. Proces bij de administratieve rechtbank van Düsseldorf benadrukt de nationale veiligheid.

Abu Walaa: Strijd tegen deportatie en de angst voor de doodstraf

Abu Walaa, het voormalige Duitse hoofd van Islamitische Staat (IS), gaat moeilijke tijden tegemoet. Nadat zijn rechtszaak tegen uitzetting uit Duitsland werd afgewezen, vreest hij nu de doodstraf in zijn geboorteland Irak. Hoe Focus Naar verluidt werd zijn rechtszaak tegen de uitzetting door de administratieve rechtbank in Düsseldorf afgewezen omdat er “dwingende redenen van nationale veiligheid” waren en de rechtbank de door hem veroorzaakte gevaren als ernstig classificeerde.

De zaak van de 36-jarige, die in 2021 werd veroordeeld tot tien jaar en zes maanden gevangenisstraf, toont de complexe onderhandelingen tussen de federale regering en de Iraakse autoriteiten. Ze streven momenteel naar garanties dat Abu Walaa in Irak niet met lijf en leden wordt bedreigd. Zijn straf eindigt in 2027 en hij heeft twee vrouwen en zeven kinderen, die allemaal Duits staatsburger zijn.

Procesvoering en openbare veiligheid

De juridische geschillen rond zijn uitzetting zijn omvangrijk. Ondanks het feit dat Abu Walaa zijn kinderen als argument voor zijn rechtszaak noemt, plaatste de rechtbank zorgen over de nationale veiligheid boven die van zijn familie. De rechtbanken hebben al vastgesteld dat het gevaar dat hij vormt groter is dan de impact op zijn kinderen die zich in Duitsland bevinden.

In een eerdere uitspraak stelde de administratieve rechtbank van Düsseldorf ook voorwaarden aan zijn eventuele vrijlating. Het gaat onder meer om ruimtelijke beperkingen en een communicatieverbod om het moeilijker te maken voor mensen om terug te vallen op het islamistisch-salafistische toneel en om de interne veiligheid te waarborgen. De federale autoriteiten, vooral de bondskanselarij en het ministerie van Buitenlandse Zaken, zijn bij dit proces betrokken. Zij erkennen dat een negatieve verzekering uit Bagdad tot een moeilijke situatie zou leiden.

Herinnering aan daden uit het verleden

Abu Walaa was in Duitsland niet alleen actief als imam van de inmiddels verboden moskee van de Duitstalige Islamitische Kring in Hildesheim, maar was ook verantwoordelijk voor het rekruteren van jonge islamisten voor IS. Ook was hij betrokken bij een bomaanslag op een synagoge in Essen, wat zijn veroordeling en de daarmee gepaard gaande juridische procedures verklaart. Ook een eerdere spoedaanvraag tegen zijn uitzetting mislukte vorig jaar grotendeels. Het verloop van deze procedure laat er geen twijfel over bestaan ​​dat het Duitse rechtssysteem het gevaar van Abu Walaa serieus neemt.

Hoewel Abu Walaa tegen de beslissing in beroep kan gaan bij de hogere administratieve rechtbank van Münster, lijken zijn kansen op succes klein. Terwijl de onderhandelingen tussen Duitsland en Irak voortduren, blijft het onduidelijk hoe de sociale en veiligheidsproblemen rond zijn familie kunnen worden opgelost. Zijn lot zou verstrekkende gevolgen kunnen hebben, niet alleen voor hem, maar ook voor zijn kinderen, wat het debat over de terugkeer van IS-aanhangers naar Duitsland opnieuw aanwakkert. Dit maakt de huidige gesprekken met de Iraakse autoriteiten des te belangrijker, omdat deze de komende weken voor meer duidelijkheid kunnen zorgen.

Deze dynamische juridische en politieke situatie blijft van groot belang voor zowel de getroffenen als het publiek en benadrukt de uitdagingen die de terugkeer van voormalige extremisten naar hun thuisland met zich meebrengt.