Uitspraak van het hogere regionale gerechtshof: kop-staartbotsingen zijn niet altijd de enige schuld van de opvolger!
Een recente uitspraak van het Hessische Hooggerechtshof verduidelijkt de aansprakelijkheid bij kop-staartbotsingen: verdeling van de schuld, zelfs bij abrupt remmen.
Uitspraak van het hogere regionale gerechtshof: kop-staartbotsingen zijn niet altijd de enige schuld van de opvolger!
In een huidige uitspraak van het Hessische Hogere Regionale Gerechtshof (OLG) wordt het eerdere oordeel over de verdeling van de schuld bij kop-staartbotsingen opnieuw geëvalueerd. Hoe stern.de gemeld, in het geval dat zich in de zomer van 2021 heeft voorgedaan, is de volgende bestuurdersaansprakelijkheid verlaagd van 80 naar 50 procent. De proef draaide om een ongeval ter plaatse van een bouwplaats aan een snelweg, waarbij de voorligger plotseling een reeds ingezeten rijstrookwisseling annuleerde, wat resulteerde in krachtig remmen en uiteindelijk een kop-staartbotsing.
De materiële schade bij dit incident bedroeg bijna 60.000 euro. De regionale rechtbank van Gießen had aanvankelijk besloten de volgende bestuurder met 80 procent te belasten, maar de OLG vond dat de schuld gelijkmatig verdeeld moest worden. De jury baseerde hun oordeel op het feit dat de voorste bestuurder bij het weer instappen niet op het verkeer achter hem lette en ook geen signaal gaf, wat tot aanzienlijke medeplichtigheid leidde.
Nieuwe juridische beoordeling van kop-staartbotsingen
Kop-staartbotsingen behoren tot de meest voorkomende verkeersongevallen. Juridische beoordelingen richten zich vaak op de aansprakelijkheid van de achterop rijdende bestuurder. Uit het zogenaamde prima facie bewijsmateriaal blijkt dat de bestuurder onoplettend is of geen veilige afstand houdt. Dit zette echter de beslissing van het OLG in twijfel, omdat de feitelijke omstandigheden van het ongeval bepalend zijn voor de verdeling van de aansprakelijkheid.
Advocatenkantoor Heskamp benadrukt dat bijzondere omstandigheden zoals het veranderen van rijstrook, remmen zonder reden, serie-ongelukken of zijdelingse botsingen de aansprakelijkheid kunnen beïnvloeden. De huidige uitspraak van het Hooggerechtshof verduidelijkt deze complexiteit en laat zien dat prima facie bewijsmateriaal niet altijd van toepassing is als het gedrag van de voorligger als problematisch wordt beoordeeld.
Een overzicht van relevante uitspraken
De juridische discussie komt ook tot uiting in een groot aantal beschikbare vonnissen die gaan over de verdeling van de aansprakelijkheid bij kop-staartbotsingen. Enkele van deze belangrijke beslissingen zijn onder meer:
- BGH – Urteil v. 13.12.11: Anscheinsbeweis nicht anwendbar bei Spurwechsel des Vorausfahrenden, wenn Sachverhalt unklar bleibt.
- LG Mönchengladbach – Urteil v. 25.08.08: Starkes Abbremsen des Vorausfahrenden kann Alleinhaftung zur Folge haben.
- OLG Celle – Urteil v. 19.12.07: Kein Anscheinsbeweis zu Lasten beider Parteien bei Kollision zwischen linksabbiegendem Fahrzeug und überholendem Motorrad.
- OLG Frankfurt – Urteil v. 02.03.06: Grundloses Abbremsen des Fahrers schließt Anscheinsbeweis für Verschulden des Auffahrenden aus.
Uit deze uitspraken blijkt dat de aansprakelijkheid bij kop-staartbotsingen niet alleen afhankelijk is van het soort ongeval, maar ook van het specifieke gedrag van de betrokken bestuurders. De huidige uitspraak van het Hogere Regionale Hof is nog steeds niet juridisch bindend en zou als leidraad kunnen dienen in toekomstige zaken.