Deïndustrialisatie in Oost-Duitsland: nieuwe benaderingen in plaats van miljarden aan investeringen
Een econoom waarschuwt voor een mogelijke “volledige de-industrialisatie” in Oost-Duitsland. Ontdek waarom de diversiteit van industrieën cruciaal is voor de economische toekomst van de regio.

Deïndustrialisatie in Oost-Duitsland: nieuwe benaderingen in plaats van miljarden aan investeringen
In Oost-Duitsland bestaat er bezorgdheid over een mogelijke “volledige de-industrialisatie”. Ondanks positieve ontwikkelingen zoals de oprichting van de chipfabriek in Maagdenburg en Tesla's “Gigafactory” in Brandenburg, dringen deskundigen aan op voorzichtigheid. De regio werd al in de jaren negentig gekenmerkt door de komst van grote bedrijven als BMW, Porsche en DHL, wat leidde tot een economische bloei.
De overmatige afhankelijkheid van de auto-industrie en logistieke bedrijven zoals DHL wijst echter op potentiële risico's. Als de economische indicatoren verslechteren, vooral in het transformatieproces van de auto-industrie, kan er een hernieuwde deïndustrialisatie plaatsvinden. Het management van deze bedrijven richt zich doorgaans op de belangen van aandeelhouders, wat een negatieve impact zou kunnen hebben op de regio's in Oost-Duitsland.
De sociale vrede begint te wankelen, vooral in economisch achtergestelde gebieden. Een voorbeeld hiervan is de Thüringer wijk Sonneberg, waar hoge, lage lonen tot spanningen leiden. Hoewel de verhoging van het minimumloon naar twaalf euro in 2022 veel werknemers heeft geholpen, blijven de economische uitdagingen bestaan en moedigen zij de opkomst van extremistische partijen als de AfD aan.
Met het oog op ongewenste ontwikkelingen uit het verleden, zoals het mislukken van de “Solar Valley” in Saksen-Anhalt, wordt aanbevolen om niet alle hoop te vestigen op individuele grootschalige projecten zoals de geplande vestiging van Intel in Maagdenburg. Experts adviseren om de miljardeninvesteringen op te splitsen in een aantal kleinere projecten. Door industrieën in het Oosten te diversifiëren, zou een mogelijke hernieuwde de-industrialisatie kunnen worden ingeperkt om ernstige politieke gevolgen te voorkomen.