Duitsland: Rijke mensen bezitten ruim 60 procent van de totale bezittingen
Uit nieuwe gegevens blijkt: 10 procent van de Duitsers bezit meer dan 60 procent van de totale activa. Ontdek hoe de ongelijkheid zich in Duitsland ontwikkelt in vergelijking met andere EU-landen.

Duitsland: Rijke mensen bezitten ruim 60 procent van de totale bezittingen
Volgens de Europese Centrale Bank bezit de rijkste tien procent van de Duitse bevolking meer dan 60 procent van de totale rijkdom van het land. Deze verdeling laat een duidelijke ongelijkheid in de verdeling van de welvaart zien. De gegevens gepubliceerd door het federale ministerie van Economische Zaken en Klimaatbescherming verwijzen naar de Gini-coëfficiënt, die tussen 0 (gelijke verdeling) en 1 (maximale ongelijkheid) ligt en rekening houdt met het vermogen van huishoudens.
Vergeleken met andere eurolanden kent Duitsland een grote ongelijkheid, aangezien de Gini-coëfficiënt 0,77 bedraagt, wat boven het gemiddelde van de andere eurolanden ligt. De verschillende verhoudingen tussen woningbezit en huurverhoudingen in de verschillende landen dragen bij aan deze ongelijkheid. In Duitsland leefde in 2022 meer dan de helft van de bevolking in een huurwoning, terwijl dit aandeel in andere EU-landen lager was.
De onderste 50 procent van de bevolking bezit ongeveer 2,3 procent van de totale rijkdom, wat overeenkomt met ongeveer 0,4 biljoen euro. Daarentegen bezit de top tien procent van de bevolking ongeveer 61,2 procent van de totale rijkdom, wat overeenkomt met bezittingen van 10,5 biljoen euro. Deze cijfers laten duidelijk de discrepantie in de verdeling van de welvaart zien.
Het is opmerkelijk dat de rijkdom van beide demografische groepen tussen 2011 en 2024 is toegenomen, waarbij de hogere klasse een hogere procentuele stijging zag. De bezittingen van de onderste 50 procent bestaan voornamelijk uit beleggingen met een laag risico, zoals spaarrekeningen, terwijl de rijkste tien procent vaak onroerend goed en bedrijfseigendommen bezit. Dit onderstreept de duidelijke verschillen in de welvaartsstructuren van de verschillende bevolkingsgroepen.