Hessische arbeidsmarkt in april: minimale veranderingen ondanks voorjaarsherstel

Hessische arbeidsmarkt in april: minimale veranderingen ondanks voorjaarsherstel

Het gebruikelijke voorjaarsherstel vond op de Hessische arbeidsmarkt in april niet plaats, waarbij het aantal werklozen slechts licht daalde, met 95 personen. In totaal stonden 193.748 mannen en vrouwen als werkloos geregistreerd, wat overeenkwam met een onveranderd werkloosheidspercentage van 5,6 procent. Vergeleken met het voorgaande jaar steeg het tarief van 5,2 procent. Chief Executive Frank Martin legde uit dat de huidige economische groei niet voldoende is om de werkloosheid terug te dringen, maar dat er geen scherpe stijging wordt verwacht.

Met betrekking tot de buitenlandse werkloosheid wees Martin erop dat steeds meer buitenlanders zich als werkloos registreerden, deels vanwege redenen van vluchten of het voltooien van taalcursussen. Niettemin is het positief om op te merken dat er extra banen werden gegeven aan nieuwkomers, onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen, wat de integratie van mensen met een migrantenachtergrond op de Hessische arbeidsmarkt bevordert.

De Vereniging van Hessische Bedrijfsverenigingen (VhU) bekritiseerde de vakantiementaliteit en het deeltijdwerk in Duitsland. VhU-directeur Dirk Pollert benadrukte dat er in Duitsland weinig werk wordt verricht in vergelijking met andere geïndustrialiseerde landen, ook al kent Duitsland een recordwerkgelegenheid. Volgens Pollert is er meer werk nodig om de neerwaartse spiraal van recessie, demografische onevenwichtigheid en stijgende socialezekerheidsbijdragen te doorbreken. Uitgebreide kinderopvang van hoge kwaliteit is een onmisbare voorwaarde om meer voltijdwerkers aan te trekken.

Aan de andere kant pleiten werknemersvertegenwoordigers, vertegenwoordigd door de voorzitter van de DGB Hessen-Thüringen, Michael Rudolph, voor een herverdeling van werk. Vooral vrouwen wilden verlichting van onbetaald zorgwerk, zodat zij meer konden werken. Rudolph riep op tot een herverdeling van de arbeidstijd van mannen naar vrouwen om mannen meer tijd te geven voor zorgwerk en tegelijkertijd zorgwerk van vrouwen naar mannen te verdelen.