Tweede banen in Duitsland: hoe u financiële voordelen kunt veiligstellen!
In Duitsland zal 4,5% van de werkenden in 2023 een tweede baan hebben. Het artikel geeft informatie over juridische aspecten, fiscale verplichtingen en werktijdmodellen.

Tweede banen in Duitsland: hoe u financiële voordelen kunt veiligstellen!
In Duitsland laten de cijfers een duidelijke trend zien: in 2023 had ongeveer 4,5% van de beroepsbevolking, wat overeenkomt met ongeveer 1,9 miljoen mensen, een tweede baan. De motieven voor zo’n deeltijdbaan zijn uiteenlopend. Veel mensen streven financiële doelen na, terwijl anderen een deeltijdbaan claimen uit persoonlijke interesse of voor professionele ontwikkeling. Dit meldt de Zuid-Duitsers.
Het wettelijke kader voor het nastreven van tweede banen is echter complex. Werkgevers en de Belastingdienst hebben grote invloed op de nevenactiviteiten van werknemers. Hoewel elke werknemer de vrijheid heeft om zijn of haar beroep uit te oefenen volgens de Basiswet (artikel 12 van de Basiswet), moet er aan bepaalde eisen worden voldaan. De werkgever kan verzoeken om melding van de deeltijdbaan, vooral als de hoofdbaan hierdoor getroffen zou kunnen worden.
Juridisch kader
Het is werkgevers niet toegestaan om in de arbeidsovereenkomst een algemeen verbod op nevenwerkzaamheden op te nemen. Het is echter toegestaan dat werknemers hun nevenactiviteiten moeten registreren, vooral als deze volgens de contractuele bepalingen als potentieel conflicterend worden beschouwd. Een typische regeling betreft vaak de toestemming van de werkgever, die alleen kan worden onthouden als er legitieme belangen zijn, zoals gemeld.
De informatie die werkgevers nodig hebben om een deeltijdbaan te beoordelen is divers. Denk hierbij aan de geplande activiteit, het bedrijf, maar ook de werktijden en de omvang van de nevenactiviteit. Dit zijn essentiële factoren die helpen bij het beoordelen van de invloed op de hoofdbaan. Met name bij concurrerende activiteiten heeft de werkgever het recht de nevenactiviteit te verbieden als deze de bedrijfsbelangen in gevaar brengt.
Arbeidstijdenregelgeving en fiscale aspecten
Een belangrijke voorwaarde voor het werken in een tweede baan zijn de arbeidstijdenregelingen. De totale arbeidsduur uit hoofd- en deeltijdbaan mag niet meer bedragen dan 8 uur per werkdag en 48 uur per week. Bovendien is een rustperiode van 11 uur na het einde van het werk vereist. Werknemers moeten er ook voor oppassen dat zij hun hoofdwerkgever niet in gevaar brengen door tijdens hun betaald verlof een bijbaan uit te voeren.
Fiscaal gezien zijn ook nevenactiviteiten relevant. Inkomsten uit een tweede baan zijn onderworpen aan belastingen en sociale premies. Minijobs die tot 556 euro per maand opbrengen zijn vrijgesteld van de sociale zekerheid, terwijl inkomsten boven dit bedrag geregistreerd kunnen worden als midijob, wat lagere belastingen voor de werknemer betekent. Voor reguliere tweede banen wordt gefactureerd in belastingklasse VI, wat tot hoge aftrekposten leidt. Een belastingaangifte is nodig omdat de Belastingdienst beide salarissen bij elkaar optelt om de inkomstenbelasting te berekenen.
De verdeling van de werktijden tussen de hoofdbaan en de deeltijdbaan is individueel en hangt vaak af van persoonlijke verplichtingen. Gangbare werktijdmodellen zijn onder meer deeltijdwerk in het weekend, een vierdaagse werkweek met een deeltijdbaan op vrijdag of zaterdag, en avondexcursies naar bijbanen. Dit biedt meer flexibiliteit, vooral voor deeltijdwerknemers.
Over het geheel genomen kan worden gesteld dat het onderwerp secundaire werkgelegenheid vele facetten kent voor zowel werknemers als werkgevers. Hoewel het financieren van bepaalde levensstijlen voor veel werknemers een reden is, moeten de wettelijke en fiscale voorwaarden altijd in gedachten worden gehouden. Uitgebreide informatie hierover vindt u op Financiële tip.