Günter Mittag: De doodgraver van de DDR en zijn economische achteruitgang

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

Günter Mittag, ook wel de "grafdelver van de DDR" genoemd, had van 1962 tot 1989 een beslissende invloed op het economische beleid van de DDR.

Günter Mittag: De doodgraver van de DDR en zijn economische achteruitgang

Günter Mittag, geboren in Stettin in 1926, was van 1962 tot 1989 secretaris van Economische Zaken in het Centraal Comité van de SED en wordt vaak de ‘grafdelver van de DDR’ genoemd. Zijn werk wordt gezien als een sleutelfiguur in de economische neergang van het land. Mittag, die sinds 1946 actief lid was van de SED en in 1958 promoveerde op de socialistische organisatie van het spoorwegsysteem, speelde een centrale rol in de ontwikkeling van de SED. Nieuw Economisch Systeem (NÖS).

De NÖS werd op 15 juli 1963 in de DDR aangenomen en had tot doel de planeconomie te hervormen. Er moeten elementen worden geïntroduceerd zoals prestatiebonussen voor werknemers en decentralisatie van de activiteiten. Ondanks een stijging van de arbeidsproductiviteit met zeven procent in 1964 stuitte de NÖS op weerstand binnen de partij omdat deze de macht van de centrale leiding van de SED verzwakte. Walter Ulbricht steunde het systeem, wat daarom tot interne controverses leidde, vooral toen Erich Honecker in 1971 de macht overnam en de hervormingen terugdraaide.

De breuk met Ulbricht

Toen Honecker aan de macht kwam, was er een duidelijke breuk met de hervormingskoers van Ulbricht. Mittag, die aanvankelijk nauw verbonden was met Ulbricht, distantieerde zich van zijn ideeën om zijn eigen positie veilig te stellen. De traditionalisten in de SED waren voorstander van een vaste commando-economie, en dus werd de decentralisatie van de NÖS teruggedrongen. Toen Mittag in 1976 terugkeerde naar zijn oude functie, gebruikte hij de structuur van de Economische Commissie als instrument van zijn macht.

Onder zijn leiding moesten besluiten die voorheen onder de verantwoordelijkheid van de ministers vielen, nu door de centrale leiding worden goedgekeurd. Dit leidde tot een toenemende centralisatie, gekenmerkt door een cultuur van angst. Middagmanipuleerde gegevens om de schijn van economische groei in stand te houden. Ondanks zijn ernstige diabetes zette hij zijn werk voort tot de herfst van 1989.

De achteruitgang en de gevolgen

Op 17 oktober 1989, de dag dat Honecker werd afgezet, probeerde Mittag tevergeefs zijn positie te redden door van kant te wisselen. Als gevolg hiervan werd hij afgezet en kreeg hij te maken met de vernietiging van belastende documenten. Hij werd kort daarna gearresteerd en in 1991 vrijgelaten. Zijn dood in 1994 liet een erfenis na die gekenmerkt werd door tegenstrijdigheden.

In zijn boek ‘At Any Cost’ portretteerde Mittag zichzelf als een waarschuwer en probeerde hij anderen de schuld te geven van het economische falen. Critici, zoals zijn voormalig werknemer Günter Schürer, wezen echter op zijn persoonlijke verantwoordelijkheid. Niettemin was Mittag niet de enige persoon die verantwoordelijk was voor de economische ineenstorting van de DDR; Honecker en andere SED-functionarissen hebben ook aanzienlijk bijgedragen aan de vernietiging van de economie.