Klingbeils ‘investeringsbooster’: risico’s en kansen voor bedrijven!
De nieuwe investeringsstimulans van minister van Financiën Lars Klingbeil is bedoeld om bedrijven belastingvoordelen te bieden, maar brengt risico's en grote belastingverliezen met zich mee.
Klingbeils ‘investeringsbooster’: risico’s en kansen voor bedrijven!
Op 1 juli 2023 heeft de nieuwe federale minister van Financiën Lars Klingbeil (SPD) de ‘Investment Booster’, een alomvattende wet om bedrijfsinvesteringen in Duitsland te bevorderen, in werking gesteld. Deze wet heeft tot doel belastingvermindering te bieden aan bedrijven die investeren in productiefaciliteiten. Van 2023 tot eind 2027 hebben bedrijven de mogelijkheid om door middel van afschrijvingen hun belastingdruk met wel 30% te verlagen. Vanaf 2028 staat ook een geleidelijke verlaging van de vennootschapsbelasting van 15% naar 10% gepland.
De wet bevat nog meer belangrijke wijzigingen. De winsten uit kapitaalinvesteringen moeten in drie fasen dalen van 28,5% naar 25%. Voor de aanschaf van elektrische auto’s wordt een bijzondere prikkel gecreëerd, omdat bedrijven in het eerste jaar 75% van de aanschafkosten via afschrijving kunnen declareren. Historisch gezien laat een soortgelijk belastingbeleid, zoals dat van 2001, echter zien dat een dergelijke enorme belastingvermindering niet noodzakelijkerwijs tot economisch herstel leidt. De maatregel leidde destijds tot een begrotingstekort en hogere overheidsuitgaven.
Risico’s van de ‘investeringsbooster’
Hoe Freitag.de gemeld, zijn er ook aanzienlijke risico’s verbonden aan de “investeringsbooster”. Enerzijds profiteren vooral winstgevende bedrijven van de bijzondere waardeverminderingen, maar veel bedrijven staan door de huidige crises in de rode cijfers. Bovendien kunnen hogere afschrijvingen in het heden de belastingvoordelen in de toekomst verminderen. Een ander belangrijk probleem is het gebrek aan voorspelbare vraag en de extreem hoge energieprijzen, die de economie extra onder druk zetten.
De belastingverliezen zouden in 2029 kunnen oplopen tot 46 miljard euro, wat de weerstand van staten en gemeenten tegen dit belastingbeleid zou kunnen verklaren. Klingbeil plant ook een onmiddellijk programma voor overheidsinvesteringen en speciale maatregelen voor de energie-intensieve industrie om de huidige crisissituatie tegen te gaan.
Belastingmaatregelen in het regeerakkoord
Het regeerakkoord getiteld ‘Verantwoordelijkheid voor Duitsland’, dat op 9 april 2025 werd overeengekomen door de partijen van de Unie en de SPD, bevat ook andere belangrijke belastingmaatregelen. Naast de ‘investeringsbooster’ is voor de jaren 2025 tot en met 2027 een degressieve afschrijving van 30% op de investeringen in apparatuur gepland. Ook een geleidelijke verlaging van de vennootschapsbelasting maakt deel uit van de plannen, vanaf 1 januari 2028 in vijf fasen.
Er wordt ook bijzondere aandacht besteed aan partnerschappen. Er zijn verbeteringen gepland, met name via het optiemodel volgens artikel 1a KStG en het retentievoordeel volgens artikel 34a EStG. Vanaf 2026 moet de omzetbelasting op voeding in restaurants definitief worden verlaagd naar 7%. Daarnaast worden verschillende fiscale stimuleringsmaatregelen overwogen, waaronder belastingvrijstelling voor overuren en het verkleinen van de kloof tussen kinderbijslag en kinderbijslag.
Ook de oudere belastingregels zullen worden aangepast. De bevordering van belastingmaatregelen voor non-profitorganisaties en de introductie van een “vervroegd pensioen” voor de pensioenvoorzieningen zijn gepland. Deze benaderingen zijn bedoeld om de financiële situatie van gezinnen, vooral alleenstaande ouders, te helpen verbeteren en tegelijkertijd fiscale prikkels voor investeringen te creëren.