Moederpensioen III: kostenexplosie en technische hindernissen dreigen!
Moederpensioen III, gepland voor 2027, kent technische hindernissen; Economen waarschuwen voor een daling van het bbp en financiële risico's.
Moederpensioen III: kostenexplosie en technische hindernissen dreigen!
De federale regering is van plan om op 1 januari 2027 moederpensioen III in te voeren, wat een belangrijke hervorming van het pensioenbeleid betekent. De Duitse Pensioenverzekering (DRV) waarschuwt echter voor aanzienlijke technische hindernissen en schat de jaarlijkse kosten op zo'n vijf miljard euro. Deze hervorming is bedoeld om rekening te houden met de ouderschapsperioden voor kinderen geboren vóór 1992 met drie pensioenpunten, waardoor veel gepensioneerden hun pensioen met ongeveer 20 euro per maand zouden kunnen verhogen. Deze stijging zou echter kunnen worden gecompenseerd door sociale uitkeringen voor mensen in nood. Luidruchtig fr.de De DRV moet zo’n 26 miljoen pensioenen controleren en op ruim tien miljoen pensioenen aanpassingen doorvoeren.
Anja Piel, hoofd van de DRV, benadrukt de noodzaak van uitgebreide IT-aanpassingen en kwaliteitsborgingswerkzaamheden. Bij een foutenpercentage van 10 procent zou een handmatige beoordeling van ongeveer een miljoen accounts nodig kunnen zijn. Deze complexiteit heeft geleid tot kritiek in het politieke debat. CSU-politicus Klaus Holetschek uitte zijn twijfels over de complexiteit van de taak en riep op tot een realistische beoordeling van de haalbaarheid ervan.
Economische gevolgen
Het Ifo Instituut voorspelt volgend jaar een daling van het bruto binnenlands product met 0,1 procentpunt, wat te wijten zou kunnen zijn aan het gebrek aan verlichting voor gepensioneerden. Deze hervorming kan het vertrouwen van bedrijven en consumenten in de overheid aantasten. Er zijn in de begroting 2027 al geen middelen gepland voor de uitvoering van moederpensioen III; Minister van Financiën Klingbeil plant zijn uitgaven pas in 2028.
Het coalitiecomité heeft echter besloten om moederpensioen III een mogelijkheid te geven tot latere technische implementatie en uitbetaling met terugwerkende kracht. De DRV heeft aangegeven dat implementatie op zijn vroegst in 2028 mogelijk zal zijn. Ruim 10 miljoen pensioenen moeten worden herberekend, waarbij rekening wordt gehouden met de individuele arbeidsverleden en alle juridische statussen. De herberekening vergt uitgebreide aanpassingen aan de IT-systemen, vooral voor de opvoedingsperioden, die vaak tientallen jaren teruggaan.
Complicaties bij de implementatie
Het zal bijzonder lastig zijn om de impact te onderzoeken op andere pensioenuitkeringen, zoals overlevingspensioenen, die eveneens getroffen zouden kunnen worden. Een vervroegde invoering van het moederpensioen III zou latere uitbetaling noodzakelijk maken. Ook moet duidelijk worden of er een aparte procedure nodig is voor betaling vóór 2028. De complexiteit van de procedure zal waarschijnlijk leiden tot extra werk voor andere sociale dienstverleners.
Uiteindelijk vereist de implementatie van het moederpensioen III niet alleen aanpassingen op technisch niveau, maar ook een alomvattende herbeoordeling van bestaande uitkeringen, zoals huurtoeslagbetalingen en basiszekerheid, die mogelijk met terugwerkende kracht moeten worden herberekend. Het regeerakkoord voorziet erin dat deze niet op premie- of bijdragebetaling berustende voordelen worden gefinancierd uit belastinginkomsten, wat de toch al gespannen begrotingssituatie nog verder zou kunnen belasten. Voor veel getroffen gezinnen blijft moederpensioen III een kwestie vol onzekerheid.