Pensioenleeftijd controversieel: bouwvakkers spreken zich uit tegen latere pensionering

Pensioenleeftijd controversieel: bouwvakkers spreken zich uit tegen latere pensionering

De pensioenplannen van de FDP roepen vragen op, vooral voor bouwvakkers als Klaus Brunken, voorman in Krefeld en plaatsvervangend districtsvoorzitter van IG Bau Duisburg-Niederrhein. Brunken benadrukt dat fysiek werk op bouwplaatsen na een bepaalde leeftijd steeds moeilijker wordt. Met het ouder worden nemen gezondheidsproblemen zoals pijn in de schouders, rug en knieën toe, waardoor veel bouwvakkers gedwongen worden vervroegd met pensioen te gaan. Dit leidt tot inhoudingen en lagere pensioenaanspraken, wat kan leiden tot financiële beperkingen op oudere leeftijd.

De pensioenplannen van de FDP beogen het 'pensioen op 63' af te schaffen en in plaats daarvan een latere pensioenleeftijd te overwegen, mogelijk tot een pensioen op 72. Dit stuit op onbegrip bij vakbondsmensen als Brunken, omdat zij dit zien als een pensioenverlaging. Veel werknemers, vooral in de bouwsector, hebben twijfels over het doorwerken tot de normale pensioenleeftijd. Volgens een onderzoek van de Hans Böckler Foundation kan bijna 40 procent van de werknemers zich niet voorstellen dat ze het tot de pensioengerechtigde leeftijd volhouden.

De gemiddelde pensioenleeftijd van Duitsers bedraagt ​​momenteel 64,4 jaar, wat nog steeds ruim onder de doelstelling van 66 jaar ligt. Uit onderzoek van de Universiteit van Wuppertal blijkt dat 68 procent van de oudere werknemers uiterlijk op 64-jarige leeftijd met pensioen wil gaan. Dit roept ook vragen op over het toekomstige tekort aan arbeidskrachten op bouwplaatsen, aangezien de vergrijzende beroepsbevolking de komende tien jaar met pensioen zal gaan en wellicht moeilijk te vervangen zal zijn.